Je drukt op de verzendknop, je wil net opgelucht ademhalen.

En dan ontdek je het.  

STOMSTOMSTOM !!!

Je kunt wel door de grónd gaan. Iets héél belangrijks verkeerd gedaan in je net verstuurde bericht.

Je maag krimpt samen…
En dan denk je ineens, vlak er achteraan:

Ach, wás het wel zo erg, het was toch eigenlijk maar een klein foutje. Helemaal niet zo belangrijk.

Maar … het helpt niet. Het gevoel gaat niet weg. En je verwijt het jezelf: waarom maak ik me daar toch zo druk over?

Wat ben ik toch een zwakkeling!

En daar ís het alweer. Het negatieve label dat je op jezelf plakt. Elke keer opnieuw.

Je vindt jezelf stom, zwak, een sukkel, een loser, veel te onzeker, of wat voor woorden je er ook aan geeft. In ieder geval deugt het niet.

En hoe vaker je dat denkt, hoe meer het zich in je vastzet. 

Als je vaak negatief over jezelf denkt wordt het een vertrouwd patroon, dat op den duur een zichzelf voorspellende werking krijgt. Het negatieve oordeel gaat steeds meer aan je vastkleven en je krijgt het niet zo gemakkelijk meer los. Ook al doe je nog zo je best jezelf ervan te overtuigen dat je ook heus wel goeie kanten hebt. En echt niet zo stom bent.

Af en toe krabbel je daar weer mee op, maar écht helpen doet het niet.

Hoe kom je dán van die negatieve oordelen af?

Je volgt 3 stappen:

1. Doorzie het patroon

Allereerst is het goed om je te realiseren dat dit patroon je ook een bepaalde bescherming geeft. Hoe gek het ook klinkt, zo’n oordeel is als een veilige cocon, waarin je weet waar je aan toe bent. Omdat je zo’n schijterd bent, hóef je ook al die enge dingen niet te doen. En hóef je niet stil te staan bij wat je eigenlijk zou willen.

Het is als het vogeltje dat niet wegvliegt, zodra je de deur van de kooi opendoet. Vertrouwd is altijd veiliger dan iets nieuws, óók als het om minder leuke dingen gaat . Zelfs ook met zo’n negatief plakkertje op jezelf, waar je helemaal niet blij mee bent.

Deze stap gaat dus over het besef dat er een deel van jou is, dat dit oordeel eigenlijk wel vertrouwd vindt en moeite heeft om het los te laten. ( zoals ik al zei, dat mag je gerust gek vinden, maar het helpt je voor de volgende stap)

2. Laat het labeltje rustig losweken

Ofwel: maak het minder belangrijk wat je over jezelf denkt. Stop met discussiëren met jezelf om die negatieve gedachten en oordelen te proberen te veranderen.  Als er iets is dat je níet verder brengt, is het deze zinloze strijd. Je trekt jezelf alleen maar verder het moeras in.

Duw je gedachten niet weg, ga er niet tegen in, maar laat ze voor wat ze zijn, namelijk willekeurige gedachten die er niet toe doen.  Geloof niet alles wat je denkt. Doordat je je gedachten minder serieus neemt, verliezen ze hun greep op jou en doet het er minder toe welk labeltje je toevallig op jezelf hebt geplakt.

Het is alsof je jezelf, net als een jampotje met een etiketje erop, in een potje met water zet. De tekst van zo’n etiketje wordt steeds vager, het gaat steeds losser zitten, zonder dat je kracht hoeft  gebruiken om het los te trekken. Het gaat vanzelf.

3. Verleg je aandacht

Zodra je voelt dat het oordeel zijn knellende greep verliest en die overtuigingen en oordelen als het ware ergens in de ruimte vrijelijk om je heen zweven, kun je je energie voor iets anders gebruiken.

Voor datgene wat je eigenlijk zou willen, als je maar zou durven.

Dat is dus best spannend. En kijk, daar voel je alweer een oordeel met nieuwe onzekerheid aan komen zweven. Maar alleen al door dat op te merken laat je zien dat je op de goede weg bent.

Geef het tijd. Heb geduld en wees mild voor jezelf. 

Deel deze blog op social media:Share on facebook
Facebook
Share on google
Google
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
Linkedin